‘De samenwerking met de Woningmakers heeft een verschil gemaakt.’ | Interview met Marjon van der Ven

19 januari 2023

‘De Woningbouw is buitengewoon complex georganiseerd. Veel regels, veel overheden en dan ook nog marktpartijen die de woningen bouwen. Misschien denken sommige overheden dat zij het alleen voor het zeggen hebben in Woondeals, landelijke regels en ruimtelijke eisen. Maar in Hoorn werken we nu al enige tijd nauw samen met de Woningmakers, omdat we weten dat regels alléén werken als ze door marktpartijen kunnen worden opgepakt. En dat betaalt zich uit.’

Aan het woord is Marjon van der Ven, inmiddels voor de tweede termijn wethouder Financiën, Wonen & Stadsvernieuwing en Jeugdzorg in de gemeente Hoorn. Over de start van de samenwerking met de Woningmakers: ‘In 2018 hebben er verkennende gesprekken plaatsgevonden met Martin Bosch. Weliswaar hadden wij al een goede band met de markt, maar persoonlijk was ik niet bekend met de bouwwereld en er zijn altijd dingen die minder soepel verlopen. Ik heb de Woningmakers, als deskundigen en netwerkorganisatie van marktpartijen, gevraagd hoe de markt aankijkt tegen ons, de (Westfriese) gemeenten. Als je weet waar het niet zo soepel loopt en waar je het anders zou kunnen doen, dan gaat die samenwerking ook beter. Wij hebben samen opgeschreven hoe het aan beide kanten beter zou kunnen lopen, en blijven dat voortdurend doen. Daar is vertrouwen uit gekomen, de basis voor een goede samenwerking.’

‘We moeten tempo maken met de woningbouw, natuurlijk, maar dan moeten we ook écht naar het landelijke gebied kijken. We vinden groen en recreatie állemaal belangrijk en het lijkt altijd net alsof we als gemeente denken: ‘Nou, we gaan klakkeloos in landelijk gebied bouwen’. Maar het gaat ons vooral ook om de leefbaarheid in breed verband. Dus: om het evenwicht tussen binnenstedelijk, buitenstedelijk en het in standhouden van het landelijk gebied. En volgens mij vinden we dit allemaal belangrijk. Dus we hebben gewoon wat meer ruimte nodig met elkaar.’

 

De samenwerking met de Woningmakers heeft een verschil gemaakt

‘Het is fijn om de focus op de hoofdlijn te hebben. Waar gaan we naartoe? Met de Woningmakers krijgen we ook helder in beeld: welke projecten lopen er nu? Wat zijn de plannen? Wat is hard en wat is zacht? Hoe loopt het proces? Waar zijn knelpunten? En als je weet waar knelpunten zijn, zowel bij gemeenten als bij ontwikkelaars, dan kun je ook kijken: waar gaan we dan onze capaciteit nu op inzetten? Jawel, je merkt echt wel dat daardoor, zeg maar, het bouwen veel efficiënter loopt. Sneller dus.’

Foto boven: v.l.n.r. Andrea van Langen (nu: griffier Medemblik), Cees Tip (bestuurder Intermaris) en Marjon van der Ven.


Ook de marktpartijen hebben er baat bij. Nieuwbouwprojecten kennen een lange ontwikkeltijd en een ontwikkelaar heeft een bepaalde capaciteit ingepland. Als er dan op het moment dan een stagnatie komt, dan is het ook heel fijn als je met de een collega-projectontwikkelaar kunt kijken of zij op dat moment sneller in het proces zitten, waardoor zij bijvoorbeeld wat capaciteit over kunnen nemen.’

Hugo de Jonge gaat voortvarend te werk

‘Met de komst van minister Hugo de Jonge is er het afgelopen jaar veel veranderd. Hij gaat voortvarend te werk.  En zo ken ik hem ook vanuit het corona-tijdperk. Het is natuurlijk heel prettig dat hij stappen wil maken, dat is heel goed en noodzakelijk, maar het is ook wel handig om soms even de omgeving mee te nemen.’

‘Ik vind het goed dat het rijk z’n rol pakt als het gaat om regievoering over woningbouw. Maar bij ons in de regio was er wel het verhaal van: ja, we hebben dus net een Woondeal, waar door gemeenten en de Woningmakers lange tijd hard aan gewerkt is, je maakt afspraken met de provincie en je hebt veel marktpartijen in de vorm van de Woningmakers geraadpleegd. Het geheel vergde een héél serieuze inspanning, zeg maar. Anderzijds begrijp ik dat het Rijk strakke kaders aangeeft, bijvoorbeeld als het gaat om sociale woningbouw.’

‘Met het addendum ontstaat een update van de Woondeal. Ik denk wel eens: ‘Wat voegt dit toe?’ Daar zijn afgelopen tijd veel gesprekken over gevoerd. Als het Rijk hier zo een handtekening onder zet, zijn wij blij. Maar ik zie dan graag een Woondeal die goed aansluit op de Woondeal die wij al hadden. Wij vinden wonen en mobiliteit heel belangrijk. Dat gaat hand in hand. Wij gaan er ook vanuit dat het Rijk wegen aan gaat leggen. Het ligt niet allemaal bij de gemeente, want volgens mij is er wel voldoende plancapaciteit, maar strandt dat in de loop van de tijd om verschillende redenen. Omdat sommige locaties te duur blijken te zijn om te ontwikkelen, of omdat de provincie ergens tegen aanloopt als het gaat om het landelijk gebied, als het gaat om stikstof of het Natura 2000 gebied. Wij zeggen dus tegen het Rijk dat het goed is om verder te praten, maar dan moet het Rijk zich ook hard maken voor de randvoorwaarden die we als gemeente dan nodig hebben.’

Haalbare en betaalbare woningen

‘Het streven is: haalbare en betaalbare woningen. Dat is wat mij betreft: 66% betaalbaar waarvan 30% sociaal. Maar als dit een eis gaat worden, wordt het soms lastig. Want wie gaat dan betalen als er een bodem gesaneerd moet worden? Of als daar een gebied ontsloten moet worden? Dan kun je de rekening niet zonder meer bij een ontwikkelaar of een gemeente leggen. Dan moet het Rijk anticiperen.’ Met de Woningmakers kijken we wat binnen deze strakke voorwaarden nog gebouwd kan worden. Maar ergens ligt een grens.

‘Er is eerder toegezegd dat de A7 verbreed zou worden, maar daar zit nu veel vertraging op. Het is natuurlijk wel een belangrijk onderdeel van de ontsluiting. Het kan niet zo zijn dat het ene ministerie zegt: ‘Jullie moet bijbouwen.’ en het andere ministerie zegt: ‘Helaas, dat gaan we nu niet uitvoeren.’ Het betreft ook de ruimtelijke puzzel, maar het ministerie heeft de mogelijkheden om te zeggen: ‘We gaan dit integraal oppakken, dat gaan we gewoon zo doen.’

Meest gelezen

© Woningmakers Westfriesland | Webdesign en realisatie 2021: Kobalt Digital